17 juni – Op 5 juli is het 140 jaar geleden zijn dat het marineschip Zr. Ms. Adder met man en muis voor de kust van Scheveningen verging. Een van de bemanningsleden, Luitenant ter Zee Evert van Voorthuijsen (14 september 1858), zoon van de Voorburgse dominee Willem G.F. van Voorthuijsen is op 16 juli 1882 begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Parkweg in hetzelfde graf als zijn vader en zuster. Stichting Mooi Voorburg komt met dit zomerse bericht om de aandacht te vestigen op de oude begraafplaats. Over de begrafenis van Van Voorthuijsen berichtte dagblad Het Vaderland op 17 juli 1882 als volgt:
‘Het stoffelijk overschot van den luitenant ter zee der 2eklasse E. Van Voorthuijsen, die bij de ramp van de “Adder” is omgekomen, is gisterenmiddag per trein van 5 uur 42 minuten hier aangebracht. Dat er geen marine-officieren en kameraden van den overledene bij aankomst van het lijk aan het station waren, is hieraan toe te schrijven, dat het uur van aankomst niet bekend was. Eerst zou het stoffelijk overschot in den voormiddag zijn aangebracht; doch toen bekend werd, dat het lijk niet met den vroeger bepaalden trein was vervoerd, wist men nog niet, wanneer het later zou aankomen.
De begrafenis had gisterenavond halfzeven op het kerkhof te Voorburg plaats. De lijkkist was gedekt met een krans, door de naaste betrekkingen van den overledene er opgelegd. De belangstelling was zeer groot; zeer vele ingezetenen van Voorburg hadden zich op het kerkhof vereenigd, waar ook verscheiden vrienden en belangstellenden uit Den Haag waren bijeengekomen. Het lijk is bijgezet in een graf naast dat, waar in November jl. de vader van den zeeofficier, die Hervormd predikant te Voorburg was, begraven ligt.
Luitenant Van Voorthuijsen, te Voorburg geboren en opgevoed, was bij allen bekend en bemind; dat bleek ook uit de deelnemende belangstelling, waarmede de meeste ingezetenen van Voorburg hun laatste hulde aan de jeugdigen overledene kwamen brengen. Aan het graf waren vertegenwoordigd de diep geschokte moeder van den overledene, twee broeders en enkele andere familieleden; de luit. ter zee 1eklasse H.A. De Smit van den Broecke, adjudant van den Minister van Marine, en de luitenants ter zee der 2eklasse S.K. Sybrandi, R. Betz, en J.W.A.F. Van Maren van den Berg, allen in tenue.
De heer L.A. Walaardt Sacre, gep. Kapitein-luitenant ter zee, herdacht in weemoedige en gevoelig volle woorden den overledene als zeeofficier en als mensch. De predikant Verwey wees er op, hoe de overledene steeds de achting en genegenheid, die men hem algemeen toedroeg, ten volle had verdiend en sprak treffende troostwoorden tot de moeder en de betrekkingen van den gestorvene. Uit naam van eenige wapenbroeders legde de heer Walaardt Sacre een bloemenkrans op het graf.’